Coderen

Afspraken omtrent diagnoseregels

1. Alle termen in de diagnoseregels zijn actieve termen uit de Palga-thesaurus

Wanneer er in de diagnoseregel een term staat die niet voorkomt in de Palga-thesaurus, wordt zowel in (Kern-)UDPS als in Mercurius een ‘error’ gegenereerd. Wanneer een inactieve term wordt gebruikt (de term heeft de status ‘X’ in de Palga-thesaurus dan geeft  (Kern-)UDPS een ‘warning’ met eventueel een suggestie voor de actieve term, in Mercurius leidt het tot een ‘error’, met eventuele suggestie.

2. De verhoudingen tussen termen en asterisken moet kloppen

Een diagnoseregel begint en eindigt met een term. De verschillende termen in een diagnoseregel worden van elkaar gescheiden met een asterisk. Tussen twee asterisken moet altijd een term staan. Diagnoseregels die beginnen of eindigen met een asterisk, of waarin meerdere asterisken achter elkaar staan, kunnen een ‘error’ genereren.

3. Een diagnoseregel bevat minstens één topografieterm

Het ontbreken van een topografieterm leidt zowel in (Kern-)UDPS als Mercurius tot een ‘error’. Wel is de lijst met termen, die als geldige topografie worden beschouwd, verfijnder in Mercurius.

In (Kern-)UDPS worden alle termen met een Palga-code beginnend met een ‘T’ beschouwd als een topografie. Hierdoor wordt een term als “links” onterecht geaccepteerd als topografie. In Mercurius geeft de thesaurusbeheerder per term aan of het een topografie betreft.

4. De diagnoseregel begint met de topografie

Iedere diagnoseregel begint met de topografie. Als de eerste term geen topografieterm is, leidt dit in (Kern-)UDPS tot een ‘warning’ en in Mercurius tot een ‘error’.

5. Een metastaseterm wordt altijd gevolgd door een topografieterm

Wanneer er in de diagnoseregel een metastaseterm staat, moet daarachter een topografieterm staan die de lokalisatie van de primaire tumor aanduidt. In (Kern-)UDPS geeft het ontbreken van de tweede topografie een ‘warning’, in Mercurius een ‘error’.

6. Een doorgroeitumorterm wordt altijd gevolgd door een topografieterm

Wanneer er in de diagnoseregel een term staat met betrekking tot een doorgroeitumor, moet daarachter een topografieterm staan die de primaire lokalisatie van de tumor aanduidt. In

(Kern-)UDPS geeft het ontbreken van de tweede topografie een ‘warning’, in Mercurius een ‘error’.

7. De diagnoseregel van een histologieverslag bevat de verkrijgingstechniek

Wanneer het verslag histologie betreft (gedefinieerd als een rapportnummer dat begint met een T) dan dient de diagnoseregel de verkrijgingstechniek te vermelden. In (Kern-)UDPS geeft het ontbreken van de verkrijgingstechniek een ‘warning’, in Mercurius een ‘error’. In (Kern-)UDPS worden alle termen met een Palga-code die een P bevatten als een verkrijgingstechniek beschouwd. Hierdoor wordt een term als “lokaal protocol” onterecht geaccepteerd als bevinding. In Mercurius geeft de thesaurusbeheerder per term aan of het een verkrijgingstechniek betreft. In (Kern-)UDPS geeft het ontbreken van de verkrijgingstechniek een ‘warning’, in Mercurius een ‘error’.

8. Elke diagnoseregel bevat minstens één bevindingsterm

In (Kern-)UDPS worden alle termen waarvan de code een D, F, E of M bevat beschouwd als bevinding. In Mercurius geeft de thesaurusbeheerder per term aan of het een bevinding betreft. In (Kern-)UDPS geeft het ontbreken van de bevinding een ‘warning’, in Mercurius een ‘error’.

9. Een metastaseterm en een primaire maligniteitterm mogen niet in dezelfde diagnoseregel staan

Wanneer een diagnoseregel zowel een metastaseterm als een primaire maligniteitterm bevat dan geeft dit in (Kern-)UDPS een ‘warning’ en in Mercurius een ‘error’.

Wanneer er in één preparaat sprake is van zowel een metastase als een primaire tumor, codeer dit dan in twee afzonderlijke diagnoseregels.